FENOMENOLOGIE

De waarheid van het onverborgene

Goetheanistische fenomenologie heeft als uitgangspunt dat er een fysieke wereld en een geestelijke wereld bestaan, die elkaar beïnvloeden. Geestelijke verschijnselen worden niet gezien als een product van de materie, maar als zelfstandige fenomenen, die de fysieke wereld doordringen en sturen. De geestelijke wereld bepaalt mede de zichtbare verschijnselen en is er achter verborgen. Via de zichtbare verschijnselen kun je het onzichtbare doorgronden.

De fenomenologie begint met het aandachtig bestuderen van de natuur, van voorwerpen, van situaties, van gebeurtenissen, et cetera. Daarna dringt de fenomenoloog op basis van die waarnemingen door in de onzichtbare wereld. Belangrijk daarbij is dat je als waarnemer de situatie niet alleen maar afstandelijk waarneemt, maar dat je je er intensief mee verbindt, erin doordringt en het in je voorstelling opneemt. Langzaam ontstaat er een beeld van het geheel en inzicht. 

Goetheanistische fenomenologie is gebaseerd op de manier waarop Johann Wolfgang von Goethe (1749 – 1832) al in de achttiende eeuw verschijnselen bestudeerde. Later is deze benadering door antroposoof Rudolf Steiner (1861-1925) verder ontwikkeld. Naast Jochen Bockemühl heeft ook Thomas Göbel hieraan gewerkt en hierover gepubliceerd. Tom van Gelder heeft vanuit de antroposofische benadering van fenomenologie een website opgebouwd.

Een meer filosofische benadering is te vinden in de werken van Heidegger en Husserl, hier gaat het om een filosofie die de verschijnselen als uitgangspunt neemt voor filosofische beschouwingen.

Na de grondlegger Edmund Husserl (1859-1938) heeft  Martin Heidegger (1889-1976) inhoud gegeven aan de filosofische toepassing van fenomenologie. In het kort beoogt fenomenologisch onderzoek een verschijnsel te beschrijven zoals mensen het in hun dagelijks leven ervaren. De ‘geleefde ervaring’, dat wil zeggen hoe mensen een situatie of verschijnsel ervaren en er betekenis aan geven, staat centraal in het onderzoek.

Op basis van de introductie van familieopstellingen door Bert Hellinger (1925-2019) is de systemische fenomenologie ontstaan. Systemisch werk richt zich op onbewuste patronen binnen systemen. Fenomenologisch kijken betekent dat je je blootstelt aan wat er aan het geheel is waar te nemen. Je kijkt dus niet naar de details van oorzaak en gevolg, maar laat allereerst alle informatie op je afkomen, zonder daar interpretatie aan te geven.

Fenomenologisch waarnemen is dat wat tot je komt ‘voor waar nemen’, zonder oordeel, zonder interpretatie, puur als informatie. 

Bij het verwerken van de informatie staat niet het denken centraal, maar vooral je intuïtie. Iets wat in je opkomt. Tijdens het systemisch werken, onderzoek je hoe het veld beweegt en reageert op veranderingen. Als verklaring op het fenomeen familie opstellingen wordt wel verwezen naar de morfische velden zoals de natuurkundige Rupert Sheldrake dit beschrijft in zijn publicaties.

Rupert Sheldrake spreekt over morfische velden, dit gaat uit van een veld in en rondom een zogenaamde morfische eenheid, een eenheid van vorm, organisatie of rangschikking van in beginsel willekeurige omvang. Het morfische veld bepaalt voor die morfische eenheid het karakteristieke gedragspatroon.  

Bij het benaderen en verklaren van fenomenen zijn vele hypotheses te benutten. Dus naast de mechanische benadering ook die van de morfogenetische velden. Sheldrake benadrukt steeds weer dat de aanwezigheid van morfogenetische velden een hypothese is, geen onweerlegbaar feit.

Vanuit familieopstellingen is aangetoond dat ons gedrag mede wordt bepaald door onze voorouders. Als mens zijn we onderdeel van het familieveld, ons handelingsperspectief komt voort uit wat de vorige generatie heeft opgedaan. Denk hierbij ook aan de overname van een (familie)bedrijf. Sheldrake spreekt hier van morfische resonantie. Het boven ons hangende veld correspondeert met onze specifieke eigenschappen en handelswijze. 

Indien we onderdeel uitmaken van een groter geheel, in hoeverre hebben we zelf nog een keuze? Hoe zit het met onze vrijheid?

Volgens de oude leer uit India Advaita Vedante (niet twee) is ieder mens onderdeel van het grote geheel en ervaren we door het denken (dualisme) dat we keuzes maken. In werkelijkheid vervullen we een rol in een film die zich afspeelt. Het leven ontrolt zich en kan niet anders verlopen dan het zich voltrekt.


De fenomenologische benaderingen hebben veel gemeen, het inzicht of oplossing vanuit de waarneming  komt innerlijk tevoorschijn. Het vraagt daarmee veel geduld en uiteenzetting (= waarnemingen) voordat het inzicht zich aan ons voordoet. Feitelijk speelt fenomenologie zich af op het grensvlak van dualisme (denken) en non-dualiteit (het is zoals het gaat).